Weesp - gemeentelijke monumenten |
|
|
|
G
0190-01 |
BINNENVEER 2-6 |
|
|
|
Huidige
bestemming |
Twee woon-winkelhuizen |
|
Oorspr.
bestemming |
Twee woon-winkelhuizen |
|
Ontwerp |
|
E.W. Raadsheer, architect |
|
Opdrachtgever |
F.L. van Duijckeren |
|
Datering |
|
1904 |
|
Bouwstijl |
|
Jugendstil |
Jugendstil |
|
Object |
|
Blokvormig complex |
|
Categorie |
6G |
|
|
|
Beschrijving: |
|
|
|
Het
pand is in 1904 gebouwd. Het staat rondom vrij en lag oorspronkelijk aan de
noord- en westzijde aan het water, respectievelijk aan het Smal Weesp en de
Achtergracht. De noordgevel rijst nu nog uit het water op.Nagenoeg vierkant
gebouw van twee bouwlagen en een omlopende kap, voorzien van borstwering en
plat. De diagonaal fungeert als symmetrieas, al is de symmetrie niet
volledig. Als middenmotief staat op de zuidoosthoek een overhoeks geplaatst
torenvormig element met tentdak. De ingang daaronder is vervangen door een
venster. Het "torentje" is ter hoogte van de eerste balklaag
uitgekraagd. Het wordt geflankeerd door dakschilden die worden begrensd door
topgevels boven de hoekrisalieten. Voor het overige heeft de kap de vorm van
een omlopend schilddak met plat. De dekking bestaat uit rode, geglazuurde
tuiles du nord. Het tentdak van het "torentje" draagt een loden
piron. |
|
|
|
De
goten rusten op versierde klossen. Boven elke gevel is een dakkapel aanwezig.
Aan de noord- en zuidzijde hebben ze een tentdakje, terwijl ze boven de west-
en oostgevel met een zadeldakje, voorzien van windveren, zijn gedekt.De
topgevels van de hoekrisalieten hebben een overstek met geornamenteerde
windveren. Daarbinnen zijn de toppen voorzien van een
"vakwerkconstructie" waarin de kozijnen zijn opgenomen en waarboven
verticale kraaldelen zijn aangebracht. De hoekrisaliet van de zuidgevel wijkt
van die aan de oostzijde af doordat deze smaller is dan de oostelijke,
terwijl de verdieping en de top hier van een geringe uitkraging op
segmentbogen zijn voorzien. De zuid- en oostgevel zijn gemetseld in
verblendsteen; kruisverband met gesneden voeg. |
|
|
|
Gele steen is gebruikt voor het vlakke werk en rood voor banden
en bogen. Hardsteen is toegepast voor plinten, dorpels, consoles en blokken
in de ontlastingsbogen alsmede voor de kraagstenen onder de hoektoren.De
west- en noordgevel zijn gepleisterd en in een lichte kleur geverfd; de
eerste heeft een geknikt beloop. De vensters hebben wisseldorpels en
spiegelruiten, een deel van de bovenlichten is van glas in lood voorzien. De
etalagevensters hebben een S-vormig gebogen tussendorpel en verticale roeden in
de bovenlichten. Boven de kozijnen zijn segmentbogen met terugliggende
trommels aangebracht. Deze zijn voorzien van ornament in gekleurde
baksteen.Voorheen was in het hart van de oostelijke topgevel, op de
verdieping een balkon aanwezig. Dit is verdwenen; de deuren zijn tot een raam
vermaakt. |
|
|
|
|
|
Storende
elementen: |
|
|
|
Winkeldeuren. |
|
|
|
Motivatie
plaatsing gemeentelijke monumentenlijs: |
|
|
|
|
Goed,
en voor Weesp zeldzaam voorbeeld van Jugendstil. Het pand is vrijwel gaaf
bewaard gebleven. Door zijn markante ligging vertegenwoordigt het een grote
stedenbouwkundige waarde. |
|
|
|
|
Datum beschrijving: 26-01-1995 |
|
|
|
|
|